Opinie: Waarom Facebook u geen advertenties met perziken toont

Op internet circuleert een verborgencamerafilmpje van Toerisme Vlaanderen. “We moeten je beschermen tegen naaktheid” zegt een zogenaamde medewerker van Facebook tegen een museumbezoeker die hij wegleidt van een Rubens met naakte vrouwen. Een gevatte reactie op de Facebook-censuur die de organisatie ondervond bij de promotie van Vlaamse ‘ontblote’ kunst in het buitenland.

Ook Sensoa, het expertisecentrum voor seksuele gezondheid, moet afrekenen met de censuur van de sociaalnetwerksite. Recentelijk nog, tijdens zijn campagne tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag, weerde Facebook een filmpje waarin iemand ‘dickpic’ zei. Zelfs emoji’s van perziken en aubergines moeten eraan geloven omdat ze ook gebruikt worden als emoji’s voor geslachtsdelen.

Vingerpopje tegen misbruik

De vaststelling is niet nieuw: puriteinse Amerikaanse normen bepalen wat wij in Europa voorgeschoteld krijgen op de grootste sociaalnetwerksite ter wereld.

Niet alleen seksualiteit laten de Facebook-algoritmes en -checkers in overdrive gaan, ook thema’s waarvan je het misschien minder verwacht. Verschillende preventiecampagnes tegen geweld van de hulplijn 1712 keurt Facebook af. Denk nu niet aan bloedneuzen of blauwe plekken, want onze campagnes bevatten zelden expliciete beelden. Zo verbood Facebook tijdens de ‘Week tegen Kindermishandeling’ een video waarin je een vingerpopje op een kinderhand ziet en waarin mensen worden aangemoedigd om 1712 te contacteren bij vragen over kindermishandeling. En onlangs keurde Facebook de promotie van een video over partnergeweld van het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW) af. Jarenlang lag het bedrijf onder vuur omdat het gewelddadige content – die zich vaak als een olievlek online verspreidde – te traag offline haalde. Nu lijken de Facebook-algoritmes en -checkers doorgeslagen: ze gooien gewelddadige content op één hoop met content die geweld juist wil voorkomen.

Het verschil voor Zuckerberg

Toerisme Vlaanderen, Sensoa, het CAW en de hulplijn 1712 zijn voorbeelden van betrouwbare non-profitorganisaties met een belangrijke maatschappelijke opdracht die door de Vlaamse overheid worden ondersteund. Facebook lijkt geen rekening te houden met onze maatschappelijke opdracht en iedereen over dezelfde kam te scheren. Of toch weer niet. Wereldwijd krijgen politieke advertenties, waarvan sommige nepnieuws bevatten, wel gemakkelijk groen licht. In ons geval besteden we enkele honderden euro’s aan advertenties per jaar, in het laatste geval gaat het over tientallen miljoenen euro’s per jaar. Maakt dat dan het verschil in beoordeling, meneer Mark Zuckerberg?

Onlangs bekritiseerden meer dan 250 Facebook-werknemers het gebrek aan coherente beoordeling van advertenties. In een open brief, gepubliceerd in The New York Times, stellen ze het beleid over politieke advertenties aan de kaak. “Ons beleid rond het factchecken van politici of mensen (...) is een gevaar voor waar Facebook voor staat”, schrijven ze. Als factchecken inhoudt dat je advertenties van organisaties met een belangrijke maatschappelijke opdracht weert, maar tegelijkertijd fake news faciliteert, roept dit vragen op over de geloofwaardigheid van het bedrijf. Hoe geloofwaardig is meneer Zuckerberg als hij zijn bedrijf “een voorvechter en een bastion van vrije meningsuiting” noemt?

Het klopt dat onze organisaties niet verplicht zijn om advertenties te plaatsen. Maar voor organisaties met zeer bescheiden budgetten, zoals de hulplijn 1712, zijn advertenties op Facebook een van de weinige kosteneffectieve manieren om een groot publiek te bereiken. Los van het budgettaire gegeven is er nog het maatschappelijke gegeven: we móéten op Facebook aanwezig zijn, want de slachtoffers of omstanders van geweld die we willen bereiken, zijn daar ook aanwezig.

Ministerie van Waarheid

Facebook brengt wereldwijd 2,2 miljard gebruikers samen in een virtuele ruimte en bepaalt, tot op zekere hoogte, wat die gebruikers (niet) te zien krijgen. Dat brengt een ontzettend grote macht en verantwoordelijkheid met zich mee, zoals de verantwoordelijkheid om een transparant én coherent advertentiebeleid te voeren. Door de censuur creëert Facebook voor zijn gebruikers een nieuwe realiteit, net zoals het ‘Ministerie van Waarheid’ in het boek 1984 van George Orwell. In die literaire klassieker worden leugens waarheid en waarheid leugens. Op Facebook worden perziken en aubergines geslachtsdelen, en content ter preventie van geweld wordt gewelddadige content.

Van een multinational die vorig jaar 22 miljard winst boekte en vandaag 40.000 personeelsleden telt, verwacht je toch meer transparantie en maatwerk. Nochtans is het eenvoudig. Extreem gewelddadige content: rode kaart; content ter preventie van geweld: groene kaart.

Wim Van de Voorde, coördinator van de Vlaamse hulplijn 1712

Deze opinie verscheen op 16 december 2019 op demorgen.be